Hoe eenzaam lag het woest oord
daar uitgestrekt in 't rond.
Geen mensenstem werd er gehoord
op dien onvruchtb'ren grond.
De Pekel A doorsneed het land
met veen en hei bedekt.
Natuur werd door geen nijv'vre hand
uit hare rust gewekt.
Een and're tijd brak eind'lijk aan
een toekomst, schoon en groot.
Ons mooie Pekela zou bestaan
t'was Clock, die dat gebood.
Vol moed het werk toen aangevat
het veen moest aan de snee.
De vlijt verwierf een groten schat
zij bracht de welvaart mee.
Een bloeiend landschap zag men dra
waar men het heikruid vond.
Een schone plaats werd Pekela
op dien ontgonnen grond.
Wij eren 't moedig voorgeslacht
gehard in 's levens strijd.
En putten uit hun voorbeeldskracht
aan groei en bloei gewijd.
Wij minnen 't land uit niet gegroeid
de grond door ons bewoond.
Waar nijverheid naast landbouw bloeit
en fiere geestkracht troont.
Hoe of 't ons in de wereld ga
geen liever plek op aard,
dan 't land van ons mooie Pekela,
dat is ons alles waard.
Maak jouw eigen website met JouwWeb